Margreet Feenstra en haar man Erick wonen zes kilometer buiten het historische plaatsje Wijk bij Duurstede. Ze kochten een huis met twee schuren en een boomgaard met 21 hoogstamfruitbomen, hebben kippen, een rode kater en verhuren een vakantiehuisje. Hoe idyllisch is het eigenlijk om naar het platteland te verhuizen? Margreet deelt het met Seasons in een maandelijkse column. Deze week Column 1: wennen aan het idee.
We gaan een vrijstaand huis bekijken in Wijk bij Duurstede. Het is dat mijn man er zo enthousiast over is, zelf vind ik het niks. Op de fotoâs van de makelaar: een donkereiken keuken uit 1975 met lichtbeige tegeltjes in bloempatroon, een woonkamer met donkerbruine sierbalken aan het plafond en donkerbruine raamkozijnen. âVreemd, de badkamer zit op de begane grondâ, meld ik. âHmm…â antwoordt mijn man. We rijden kilometers over de dijk. âWat ligt het afgelegen.â âLekker vrijâ, antwoordt hij. Ik schrik. Hij moet wel weten dat ik mee ga kijken om hem een plezier te doen, gewoon als uitje, niet omdat ik serieus geiÌnteresseerd ben in deze plek. âHet zal wel niks zijnâ, probeer ik. Hij zucht. âWe gaan gewoon even kijken.â Goed, we gaan gewoon even kijken. Het is een grijze dag. Daar staat het: een huisje met een puntdak. Erachter een hoge dijk. De kozijnen, deuren en boeiborden: saai grijs. âZie je, dit is niks voor ons. Stijlloosâ, mopper ik. âKlein ook.â âWacht nou maar af.â We parkeren de auto en stappen uit.
In de voortuin een heg van berberis waar ik mij meteen aan prik. Links van het huis een schuur met een dak van doorgeroeste golfplaten en wanden van pallets en oude deuren. Een schaap steekt de kop uit de deuropening. âKijk nouâ, wijs ik gniffelend. Het ruikt naar mest, natte schapenwol en vochtige aarde. Zelfs het schaap is grijs. Van de modder. Over het grindpad komt iemand ons tegemoet. âOp het platteland neem je de achterdeurâ, zo begroet een vrouw ons glimlachend. We krijgen een rondleiding. De bijkeuken is groÌoÌt, allemachtig. De keuken noÌg groter. En de woonkamer lijkt wel een aquarium, zo licht. Ja, mooi. Maar verder? Dit pand heeft toch geen smoel! In de woonkamer ga ik aan de eettafel zitten, met mijn gezicht naar het weiland. En dan gebeurt het. Dit is het. Dit uitzicht, die ruimte, dat licht: geweldig.
In de dagen erna resumeert mijn man de voordelen van het huis: vrijstaand, 3200 m2 eigen grond, een boomgaard, een leuk project met tal van mogelijkheden. Ik begin te fantaseren. Wat als ik hier een theetuin begin? En een minicamping. Een ijssalon. Een workshopruimte. Een galerie. Een bed and breakfast. Een beeldentuin! Tijdens een tweede bezichtiging vragen we Derde Zus mee. Het regent die dag pijpenstelen. Wat ziet het er aftands uit in de regen. âMmm, het ruikt lekker landelijk hierâ, zegt ze. Ik knik halfslachtig. Zal ik aan deze geur kunnen wennen? Is de riolering soms kapot? Of staat de kelder blank? âHier kun je een droom realiserenâ, zegt Derde Zus. Mijn man haalt opgelucht adem. âJe moet eens wat positiever zijnâ, werpt hij me toe. Ik knik betrapt.

CREDITS: TEKST & FOTOGRAFIE MARGREET FEENSTRA
Meer lezen
- Laura en haar man verduurzaamden een jaren dertig woning in Den Haag – hier lees je haar columns
- Zij wonen en leven met (boerderij)dieren â en runnen óók een tiny (farm)house
- Binnenkijken in een uniek eigentijds âfarmhouseâ